Twee gemeenteraadsleden in Schiedam hebben vragen gesteld over het prostitutiebeleid in de stad. Er worden regelmatig illegale seksinrichtingen gesloten en hoe dat opgevolgd wordt, is onduidelijk. Daarnaast rijst de vraag: Als prostitutie een legaal beroep is, waarom is er zo weinig ruimte om dat uit te voeren?
Sandra Mantingh (GroenLinks) en Sun van Dijk (Fractie van Dijk) hebben aan het college hun vragen gesteld. Het is onduidelijk wat er gebeurd met de sekswerkers wanneer een illegaal prostitutiepand wordt gesloten. Ze is te lezen op de website van GroenLinks Schiedam.
Mantingh stelt de vraag wat voor hulp er wordt aangeboden: ‘Is dit dezelfde hulp en ondersteuning die legaal werkende sekswerkers krijgen? Worden er bij sluiting ook gesprekken gevoerd met de sekswerkers om uit te sluiten dat er sprake is van dwang? Krijgen zij duidelijkheid over welke bescherming zij kunnen krijgen als blijkt dat zij gedwongen worden?’
Het antwoord op deze vragen vinden, schept alleen maar meer verwarring. In het beleidsdocument hierover is onduidelijk wie de gesprekken voert met deze sekswerkers, het is niet duidelijk of het Controleteam Prostitutie Mensenhandel erbij betrokken is en of er een samenwerking is met Prostitutie Maatschappelijk Werk.
Prostitutie is een legaal beroep, geef een sekswerker de ruimte om het ‘beroep uit te voeren’
Naast deze vragen, rijst ook de vraag hoe er nu überhaupt met prostitutie wordt omgegaan in Schiedam. Van Dijk pleit ervoor dat het legale beroep de ruimte moet krijgen: ‘Als gemeente moeten we sowieso zorgen voor een aantal locaties waar sekswerkers veilig kunnen werken wanneer zij niet vanuit hun eigen huis willen werken.’
Als die locaties niet worden gecreëerd, dan moeten de sekswerkers vanuit huis kunnen werken vindt zij, maar: ‘Dan stuiten zij op beleid waarin dit behoorlijk lastig wordt gemaakt. Ik vraag me af waarom dit zo is opgesteld en waarom het de sekswerkers zo moeilijk wordt gemaakt. Prostitutie is een legaal beroep, dus geef een sekswerker dan ook de ruimte om het beroep uit te voeren.’