Na 35 jaar kwam er in 2021 een einde aan een tijdperk: de Utrechtse tippelzone sloot. Daarmee is het niet meer mogelijk om in Utrecht legaal te tippelen. Hulpverleners maakten zich al direct zorgen en ook voormalig sekswerkers noemden het een slechte zaak dat de prostitutiezone moest verdwijnen. Een half jaar later blijken die zorgen terecht. Een deel van de prostituees is, zoals voorspeld, in het illegale circuit terechtgekomen. Een terugblik op het einde van de tippelzone in Utrecht.
De tippelzone had een belangrijke functie voor de sekswerkers. Het begon in 1986 met een verbouwde SRV-wagen die vanaf de brandweerkazerne naar de tippelzone reed. Vrouwen konden bij de wagen terecht voor steun en medische hulp. Dat beviel zo goed dat er een vast huisje werd neergezet, een soort huiskamer om het tippelen veiliger te maken.
“Het voelde als thuis. Moet je voorstellen, ik was al een paar jaar prostituee en ik was behoorlijk verslaafd en het voelde veilig”, vertelde voormalig prostituee Vanessa van Eegeren vlak voor de sluiting. “Er was een bus, je kon condooms halen, er was een gratis arts. Alles wat ik nodig had was daar. Drugs, dealers, klanten en geld. En dat gevoel van veiligheid gewoon ook. Achter Amsterdam Centraal was je gewoon loslopend wild.”
Carmen Kleinegris was een van de oprichters van de huiskamer. “Wij deden daar alles wat iedereen in zijn huiskamer doet. Je praat met elkaar over het leven, je kijkt hoe je het leven kunt verbeteren, je viert er dingen. Je rouwt ook als er nare dingen gebeurd zijn, want er gebeurden echt nare dingen. Ik heb ooit bij een prostituee een schroevendraaier, die dwars door haar wang was gestoken, er uit moeten halen en hup naar de EHBO. Er is ook een vrouw vermoord”, vertelde Kleinegris afgelopen zomer aan RTV Utrecht.
Van opjager naar beschermer
Naast de huiskamer werden er ook afwerkplekken gecreëerd omdat vrouwen vaak met klanten naar de meubelboulevard gingen met alle gevaren van dien. “We hebben de gemeente gevraagd om een plek te creëren waar vrouwen hun klanten konden afwerken en toch in de buurt van iedereen konden zijn. Zo konden ze ook voor elkaar veiligheid creëren”, zegt oud-politieman Bernard van den Hoeven. Van den Hoeven en zijn collega Kees Komduur werkten in de jaren 80 bij de jeugd- en zedenpolitie. Zij waren betrokken bij de oprichting van de huiskamer en het creëren van de afwerkplekken.
Met het ontstaan van de tippelzonde veranderde hun rol als politieagent. Komduur: “Dat is een beetje de truc van het verhaal. Ten eerste verandert de rol van de politie van opjager en vijand naar beschermer, maar je kunt ook voorwaarden stellen over wie hier loopt en welke leeftijd daaraan is verbonden”, vertelde Komduur toen hij in de zomer van 2021 met RTV Utrecht sprak over de aangekondigde sluiting van de tippelzone.
“Dat meiden hier met gescheurde kleding en onder de blauwe plekken en bebloed naar binnen kwamen rennen en om hulp vroegen. Dan moet de politie wat doen. In het verleden nam de politie niet zo gauw een aangifte op van een prostituee die was mishandeld of erger nog, was verkracht. En dat gebeurde nu wel. En ook de daders werden nu aangehouden. Dat verhaal ging als een lopend vuurtje, dat ook die meiden aangifte kunnen doen en ook wel degelijk verkracht kunnen worden”, zei Komduur.
De mannen zagen de sluiting van de tippelzone met lede ogen aan. Ze voorspelden dat veel vrouwen in het illegale circuit terecht zouden komen. “Prostitutie blijft en prostitutie in relatie tot verslaving blijft. En dan moet je thuis gaan werken, een smoezelig motelletje of bij klanten thuis. God beter het, nog gevaarlijker. Nee, het is een stap achteruit”, aldus Komduur.
Illegaliteit
Nu, een halfjaar later blijkt de voorspelling van de politieagenten en de betrokken hulpverleners uit te komen. “Dat is best een probleem. Een deel werkt thuis, een deel werkt bij vrienden, een deel werkt op straat. Ze mogen officieel niet thuiswerken dus dat betekent dat het risico op misstanden wel toeneemt”, zegt Minke Fischer van hulporganisatie Belle. Sinds de sluiting heeft de organisatie met zoveel mogelijk prostituees contact gehouden.
Een deel van de vrouwen die op de tippelzone werkte is omgeschoold met hulp van de gemeente en Belle. Ze zijn bijvoorbeeld werkzaam als cateraar of nagelstyliste. Maar er is ook een kwetsbare groep waarbij een overstap naar een andere baan niet mogelijk is, bijvoorbeeld door een verslaving. Ze willen blijven werken als prostituee maar zijn hun werkplek kwijt. “Het is nog te kort om signalen te krijgen of het echt de verkeerde kant op gaat, maar het is wel een risico”, zegt Fischer.
Belle pleit voor meer legale sekswerkplekken. “Het is een naïeve gedachte dat een stad geen prostitutie heeft. Sekswerk is een legaal beroep en daarmee zou je mensen de gelegenheid moeten geven om te werken.”
Bron: rtvutrecht.nl