Minister Koolmees beantwoord eindelijk vragen, de antwoorden zijn verbijsterend en er veranderd niks

Op 12 mei stuurden tweede kamer leden van D66 een aantal vragen naar de Minister van Sociale Zaken, Minister Wouter Koolmees. Een maand later beantwoord hij deze, maar hij blijft hangen in zijn oude riedeltje. De financiële steun voor sekswerkers die buiten de boot vallen, wordt niet aangepast en sekswerk mag niet eerder starten dan 1 september omdat ‘niet alles tegelijk open kan.’ Hij geeft ook aan met niemand uit de sekswerk- branche in overleg te zijn, het gebrek aan wil en inzicht is verbijsterend.

De vragen die zijn gesteld door D66-kamerleden Bouali en Van Weijenberg, gaan over de financiële steun voor sekswerkers tijden de coronamaatregelen. Hoeveel sekswerkers zijn er die via opting-in werken? Hoeveel komen er in aanmerking voor de NOW, WW of Tozo regelingen en hoeveel sekswerkers maken daar gebruik van? Minister Koolmees weet het allemaal niet, hij weet alleen dat gemeenten hier ondersteuning in bieden.

Minister Koolmees geeft aan dat sekswerkers via opting-in inderdaad loonbelasting betalen, maar geen aanspraak kunnen maken op de eerder genoemde financiële regelingen. Alleen de algemene bijstand is een optie voor deze mensen, zegt hij. Aan alternatieve noodsteun specifiek voor deze groepen wordt niet gedacht. De gemeenten moeten dit zelf oplossen.

Waarom niet voor 1 september weer starten met sekswerk? De antwoorden van de minister zijn verbijsterend

De vraag is waarom andere contactberoepen op 11 mei al mochten starten, maar sekswerk als enige contactberoep pas vanaf 1 september. Waarom kan dit niet eerder open? De reden is simpel, dit is het antwoord van Minister Koolmees: ‘De voornaamste reden is dat niet alles tegelijk open kan en er dus stapsgewijze opening van sectoren plaats moet vinden.’

Als er geen ziekteverschijnselen zijn bij klant of sekswerker, is veilig contact dan weer mogelijk? En zijn er mogelijkheden of oplossingen om op een veilige manier sekswerk voor 1 september te starten? De minister vindt van niet, hij ziet geen mogelijkheden om voor 1 september te starten. Om in een volgend antwoord ook te stellen dat hij met niemand uit de branche in overleg is. Hij geeft nog aan dat protocollen heel belangrijk zijn om op 1 september te kunnen starten met sekswerk en hij weet wel dat er gewerkt wordt aan protocollen vanuit de branche, maar heeft ze blijkbaar niet bekeken.

Op de vraag of hij spoedig in overleg zal gaan treden met de branche, komt geen antwoord. Het is al met al een verbijsterende serie van antwoorden waaruit blijkt dat de minister zich niet heeft verdiept in de materie, zich niet probeert te verdiepen in de materie en dat ook in de toekomst niet gaat doen. En daar moeten we het blijkbaar mee doen als branche.