Het wetsvoorstel Wet Regulering Sekswerk is rampzalig voor sekswerkers, schrijft Joep Rottier. ‘De gedachte dat repressie iets zal oplossen, is achterhaald.’
Eind 2019 lanceerde het kabinet het wetsvoorstel Wet Regulering Sekswerk (WRS). Na een voorbereiding van jaren werd een pakket aan maatregelen gepresenteerd dat de beoogde doelstellingen – bestrijden van mensenhandel en uitbuiting, positieverbetering van sekswerkers en verlagen van het stigma op sekswerk – moet realiseren.
Verondersteld mag worden dat de bedenkers van het wetsvoorstel zich in die tijd voldoende hebben verdiept in literatuur en onderzoek over (effecten van) sekswerkbeleid. Ook zou aangenomen mogen worden dat de meningen van alle betrokken partijen, niet in het minst van de sekswerkers zelf, in dat tijdsbestek terdege zijn geïnventariseerd.
Toon discussie
Het is anders. Het conservatief-christelijk gedachtegoed, waarin het bestaan van prostitutie per definitie als onacceptabel wordt beschouwd, bepaalt de toon van het discours rond de WRS.
Onlangs nog liet de leider van coalitiepartij Christen Unie, Gert-Jan Segers, weten dat een aangepaste – lees: repressievere – prostitutiewet een voorwaarde voor de CU is om mee te doen aan het huidige kabinet.
Prooi coalitieafspraken
Het liberale beeld dat mensen vrij zijn in hun (beroeps)keuzes en recht hebben op gelijke arbeidsrechten blijkt ten prooi te zijn gevallen aan coalitieafspraken. Je mag je afvragen hoe de liberale coalitiepartners dit beleid van exclusie zonder blikken of blozen kunnen verantwoorden. Omdat de nieuwe wet nu eenmaal een coalitieafspraak is? Politieke koehandel heet dat – over de hoofden van mensen.
Voor ieder weldenkend mens is duidelijk dat factoren als uitbuiting en mensenhandel binnen de arbeidsmarkt, dus niet alleen binnen de seksindustrie, resoluut bestreden moeten worden. Elk geval is er één te veel.
Legaal beroep
Het voorgestelde pakket, dat nu nog bij de Raad van State ligt, tart echter elk realiteitsbesef. Voor de duidelijkheid: sekswerk is een legaal beroep, maar het stigma op sekswerk is groot. Dat is wat deze WRS ernstig veronachtzaamt.
Het wetsvoorstel bepaalt dat alle sekswerkers gecriminaliseerd zullen worden, tenzij men bereid is zich landelijk te laten registreren én over een vergunning beschikt. Echter, juist vanwege dat stigma kan of wil een aantal sekswerkers zich niet vergunnen.
Weigering
Ook bestaat er geen bewijs dat een registratiestelsel helpt bij het bestrijden van wantoestanden. Integendeel. Recent onderzoek in Duitsland, waar met een dergelijk stelsel is geëxperimenteerd, heeft uitgewezen dat 83 procent van de sekswerkers heeft geweigerd zich te laten registreren – en daarmee juist in de illegaliteit is beland waar zij voorheen legaal werkten. Angst voor verlies van privacy was een belangrijke reden.
Dan de geopperde leeftijdsverhoging voor sekswerkers van 18 naar 21 jaar. Het getuigt van naïviteit te veronderstellen dat alle sekswerkers onder 21 ‘dan dus maar’ zullen stoppen. Ook hun rest niets anders dan werken in het risicovolle onvergunde of illegale circuit, nota bene het werkveld waarvan de WRS onderkent dat het kwetsbaar is voor wantoestanden en daarom moet worden aangepakt. Hoe paradoxaal: uitbuiting en mensenhandel willen bestrijden door sekswerkers het niet-vergunde circuit in te jagen.
Het gesuggereerde ‘pooierverbod’ in de WRS doet daar nog een schepje bovenop. Die regel bepaalt dat ieder die een niet-vergunde sekswerker tegen betaling een dienst verleent – bijvoorbeeld een taxichauffeur of een accountant – door de wet als pooier wordt beschouwd en gesanctioneerd zal worden met een boete van 20.000 euro. Dus een gestigmatiseerde groep sociaal isoleren is de oplossing?
Meer lezen