Seksbranche Amsterdam stapt naar rechter

De seksbranche stapt naar de rechter, nu een eerder verstuurde brandbrief naar de overheid om seksinstellingen weer te openen en sekswerkers weer aan het werk te laten, helemaal niks opleverde.

Het zit de branche dwars dat sekswerkers thuiszitten en peeskamers en seksclubs dichtblijven, terwijl alle andere contactberoepen als schoonheidsspecialisten, masseurs en kappers al weer weken actief zijn. In antwoord op de brandbrief, die de branche op 26 maart verstuurde, laat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten dat het te maken heeft „met de aard van de werkzaamheden en het gegeven dat het niet goed mogelijk is voorwaarden te hanteren die wel voor andere contactberoepen zijn gesteld.”

Het ministerie meent dat de registratie van klantgegevens, ten behoeve van het bron- en contactonderzoek, reserveringsplicht, gezondheidscheck en mondkapjesplicht veel moeilijker uitvoerbaar zijn voor de seksbranche dan voor de andere contactberoepen. „Gezien deze bijzondere aard van de werkzaamheden, de epidemiologische situatie en het beleid om voorzichtig, stap voor stap, te versoepelen, is er op dit moment niet voor gekozen om sekswerk weer mogelijk te maken”, valt te lezen in het antwoord van het ministerie.

De Vereniging Samenwerkend Overleg Raamexploitanten (S.O.R.) en de Stichting De Rode Paraplu stappen met een hele rits belangenverenneigingen en ondernemersverenigingen, die veelal rondom de Amsterdamse Wallen actief zijn, zo snel mogelijk naar de rechter voor een kort geding.

Niet alleen de ongelijke behandeling stoort de seksbranche, maar ondernemers maken zich ook grote zorgen om het lot van de sekswerkers. Zij werken in veel gevallen stiekem door via internet. Afspraken met klanten verplaatsen zich nu naar de huiselijke omgeving en dit heeft al meerdere keren geleid tot zeer gevaarlijke situaties als mishandeling, beroving en gijzeling. „De nood van de klanten is niet veranderd en de financiële positie van de meeste sekswerkers is hopeloos”, legt een ondernemer uit.

Bron: Telegraaf.nl